Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op het specifiek cultuurbeleid (Raad voor cultuur)

 

Wet van 18 maart 2004 tot wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid in verband met een verlaging van het maximale aantal leden van de Raad voor cultuur en een verhoging van het maximale aantal leden van commissies van die Raad
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het wenselijk is in de Wet op het specifiek cultuurbeleid een wijziging aan te brengen in het maximale aantal leden van de Raad voor cultuur;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet op het specifiek cultuurbeleid.]

Artikel II
De Raad voor cultuur, bedoeld in artikel 2a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, heeft in afwijking van artikel 10, eerste volzin, van de Kaderwet adviescolleges, tot en met 31 december 2004 ten hoogste 18 andere leden.

Artikel III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 18 maart 2004
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,M. C. van der Laan
Uitgegeven de eenendertigste maart 2004
De Minister van Justitie,
j
P. H. Donner